Reis je graag alleen of zou je eens een verre reis in je eentje willen maken? Dan is Sri Lanka een goede keuze voor een soloreis. Lees hier mijn ervaringen en tips!
Eindelijk! Eindelijk ben ik weer naar mijn geliefde Sri Lanka op reis gegaan. Het land dat het zo lastig gehad heeft de afgelopen jaren, met de aanslagen in 2019, Covid in 2020 en net toen het reizen weer een beetje op gang kwam, een diepe financiële crisis. Ook het land dat ik de goede kanten van het toerisme zo gun, waar de mensen het zo verdienen. Het land waar ik de afgelopen reizen al zulke mooie contacten heb gemaakt en die me dierbaar zijn. Ik keek ernaar uit! Het is dit keer een reis off the beaten trek met culturele verrassingen, de mooiste uitzichten, pareltjes van hotels en bijzondere ontmoetingen.
Bij aankomst zie ik een stralende Mohan staan, de gids die ik al ken van eerdere reizen. Wat kan ik met deze man lachen, en wat weet hij toch goed hoe een studiereis werkt. Alles gaat nou eenmaal sneller dan bij een vakantiereis, maar hij weet altijd welk schema het beste past en wat voor mij belangrijk is. En dat lijkt hij ook feilloos bij alle andere reizigers aan te voelen. We beginnen direct aan de reis van drie uur naar Sigiriya. Ik wil naar het uiterste noorden van Sri Lanka en zo zijn we al mooi halverwege. Hier aangekomen doe ik niet zoveel meer, even wennen en acclimatiseren. De omgeving van Sigiriya heeft altijd iets magisch voor mij. Bebost laagland afgewisseld met de toppen van Pidurangala en Lions Rock. En niet vergeten de overal opduikende witte stupa’s.
Via Mannar rijden we de volgende ochtend vroeg naar Jaffna, het noordelijkste puntje. Het is ontzettend droog voor de tijd van het jaar, de weg naar Mannar doet daardoor bijna woestijnachtig aan. Enorme vergezichten, af en toe een meer en een kraampje langs de weg. Ook lopen er veel ezeltjes rond in dit gebied. Zij zien er verrassend goed uit! Ongelofelijk hoe deze dieren zichzelf kunnen redden. In Mannar brengen we een kort bezoek aan de stad, als je de tijd hebt loont het vooral de moeite om verder het schiereiland af te rijden. De omgeving wordt steeds leger, en er komen wilde paarden voor. Bijna een surrealistisch beeld.
In Jaffna aangekomen voel ik direct de Indiase invloed. Kleurrijke Hindoetempels doemen overal voor me op, ik weet niet eens waar te beginnen met foto’s maken. Het eten is ook Indiaas georiënteerd, veelal wat pittiger. We bezoeken een natuurlijke zwemvijver (een badhuis) bij de kust. Een plek waar mannen en vrouwen gescheiden kunnen baden in water dat uit de ondergrondse rivieren in de vijver terecht komt. Een uniek natuurlijk proces! De lokale markt is natuurlijk ook een must visit. Altijd zo kleurrijk, er is zoveel te zien. Vers fruit, groenten, potten en allerlei keukengerei. Niet zo ver van de lokale markt bevindt zich het Malaya Café. Een begrip in de stad en favoriet onder de locals. Je eet hier de lekkerste curries van een bananenblad. Als afsluiting is een ijsje van Rio populair, van gewoon een simpel bolletje tot de meest kleurrijke sorbets.
Na het bezoek aan Jaffna rijd ik richting de Oostkust voor eerst een bezoek aan Trincomalee en daarna Passikudah. Twee populaire badplaatsen, maar heel verschillend van elkaar. Trincomalee heeft meer te bieden dan alleen strand, met een cultureel historisch centrum en een prachtige hindoetempel op de klif. Het is een heel bruisende plek, populair bij backpackers wat zorgt voor gezellige hang-out cafés en talloze restaurantjes. Ook kunnen je hier in bepaalde seizoen (meestal april/mei) walvissen spotten en vrijwel altijd dolfijnen. Ook Pigeon Island is populair, hier kun je snorkelen en eventueel ook duiken. De populariteit van deze locatie zorgt inmiddels wel voor een forse toegangsprijs, $50 per persoon, en je hebt daarnaast nog een boot nodig om er te komen. Ik reis helaas tegen het einde van het seizoen, de zee is al erg ruig waardoor ik het snorkelen over moet slaan.
Ik ga op zoek naar de leukste hotels, veel zijn erg eenvoudig en het service level ligt in deze regio toch wat lager dan in de rest van Sri Lanka. De leukste middenklasse optie blijft voor mij Anantamaa, al heb je geen direct zeezicht. Via een paadje vanuit het hotel ben je echter in twee minuten op het strand. Anantamaa heeft een mooie tuin en een fijn zwembad. Ietsje luxer is Trinco Blu met wel direct zicht op zee en frisse kamers. Het is allemaal wel wat grootschaliger, maar het blijft een van de beste locaties op deze plek. Passikudah is heel anders dan Trincomalee, minder bruisend maar… een breder scala aan mooie hotels en een spectaculair strand. Het ligt in een baai waardoor de zee rustiger is dan bij Trinco.
De hotels zijn allemaal ruim opgezet, maar het voelt niet massaal aan. Passikudah heeft ook een mooie snorkellocatie, Elephant Rock. Voor dolfijnen en walvissen moet je alleen wel echt bij Trincomalee zijn… Ga je voor puur een paar dagen genieten van zon, zee en strand en zoek je een echte ‘Beach Stay’ dan is Passikudah een absolute aanrader! Mijn favorieten op deze plek zijn Maalu Maalu en Anantya. Iets verderop in Kalkudah bevindt zich Karpaha Sands, mijn absolute voorkeur als je iets bijzonders zoekt. Je verblijft hier in ruim opgezette tenten tussen de palmbomen en aan het strand.
Tijd om de kust achter me te laten en het mooie binnenland van Sri Lanka in te gaan. Ik begin met een nieuwe locatie bij Wasgamuwa National Park. Bij aankomst stap ik direct in een jeep om het park te ontdekken. Kleine meertjes, beboste stukken en uitgestrekte velden bepalen het landschap van dit park. Het is helemaal niet toeristisch dus je rijdt er bijna alleen, dat is altijd bijzonder. Al snel spotten we kleurrijke vogels, krokodillen die van het zonnetje genieten en een mannetjes olifant die van z’n lunch en een bad geniet. Tegen het einde van de safari, als het bijna donker wordt, is de beste kans om olifanten te spotten. En dat lukt, een hele kudde geniet bij de rand van het meer. Zoek je een rustig park met weinig jeeps, is dit absoluut een mooie plek.
Een heel authentiek stukje Sri Lanka waar ik dit keer verblijf is het stadje Mahiyanganaya, in hotel Mapakada Village. In een landelijke omgeving direct aan een mooi meer. Dit is zo’n pareltje van een accommodatie. Een plek waar je gerust wat langer kunt blijven vanwege de vele activiteiten die ze aanbieden waarbij je echt een ander stukje Sri Lanka ziet en kennis maakt met het lokale leven. Zo kun je er kooklessen volgen, mountainbiken, een village walk langs de rijstvelden en het dorp maken, met zonsopgang naar een mooi uitzichtpunt lopen… Tussendoor geniet je aan het zwembad en van heerlijke verse maaltijden. Alles wordt vanuit de accommodatie geregeld. Het ligt ook niet ver van het Madura Oya National Park, net als Wasgamuwa een park waar je in alle rust op zoek kan gaan naar mooi wildlife.
Eerder bezocht ik de Knuckles al eens, ik vind het nog steeds een van de mooiste natuurgebieden in Sri Lanka. Ik bezoek nu de rand van dit gebied en verblijf in het Rukgala Retreat. Een tweede pareltje ;-). Dit voelt echt als een luxe homestay. Dit oude landhuis is in 2016 helemaal gerenoveerd en beschikt nu over acht kamers met allemaal prachtig uitzicht. Er is een zwembad, een spa en een yoga shala waar je twee keer per dag aan yoga kunt deelnemen. De maaltijden zijn heel gezond en vers, er is geen of een beperkte kaart maar er wordt natuurlijk rekening gehouden met allergieën. Het voelt allemaal heel welkom hier.
En ook hier zijn er zoveel leuke activiteiten te ondernemen. Een van de populairste is suppen op het Victoria Lake (geen krokodillen!), maar er zijn ook veel mooie hikes te ondernemen in de omgeving. Een bijzondere is de trekking naar de boeddhistische Bambaragala Cave tempel, een kleine versie van Dambulla. Maar oh zo mooi! De schilderingen in de verschillende grotten zijn prachtig, net als de beelden. Monniken wonen er nog, het voelt erg authentiek. Vanaf de tempel kun je in een uur verder omhoog klimmen tot de top, met uiteraard een fantastisch uitzicht. Vlakbij de tempel bevindt zich ook een traditionele weverij waar alles met de hand wordt gemaakt. Er komt geen elektriciteit aan te pas. Een sari maken kost ongeveer drie dagen, en wordt verkocht voor 4000 rupees, omgerekend een kleine 25 euro. Ongelofelijk!
Dan mag ik een kadootje voor mezelf uitpakken, ik mag een nachtje in het Santani Wellness Resort en Spa slapen. Een plek in de bergen op 900 meter hoog op een uur rijden van Kandy. Het voelt hier echt alsof je in de boomtoppen verblijft. Wat een rust! Alleen maar jungle geluiden… De kamers met uniek zicht op de vallei zijn voor een heel klein deel open waardoor je het gevoel hebt buiten te slapen (goede klamboe is er hoor!). Op het enorme terrein bevindt zich een overdekte wellness met thermaal zoutbad, sauna en stoombad. Buiten kun je genieten aan de infinity pool. Ook hier kun je twee keer per dag deelnemen aan yoga en het resort organiseert diverse groepsactiviteiten waar je kosteloos aan kunt deelnemen. Ik loop de Santani River Walk mee, een wandeling van een kleine vier kilometer naar de rivier. Het is een gemakkelijk pad, bij de rivier is zelfs de mogelijkheid om even te zwemmen. Een heel serene plek.
Ik laat de rust achter me en rijd met Mohan naar Kandy. Dit is de op twee na grootste stad van Sri Lanka, en dat merk ik! Wat een files… Even wennen na al die rustige plekken. Maar Kandy is tegelijkertijd ook een leuke stad. Met het mooie met de hand uitgegraven meer, de Tempel van de Tand, waar een tand van Boeddha wordt bewaard en leuke locaties om wat te eten of drinken. Kandy staat ook bekend om de pastryshops, heerlijke lekkernijen en brood! De stad ligt in de heuvels, dus de temperatuur is er prettig. Kandy is vrij uitgestrekt, veel mooie bezienswaardigheden bevinden zich er net buiten.
Naast de Tempel van de Tand vind ik drie andere Boeddhistische tempels ook erg de moeite waard. Deze tempels liggen buiten de stad, je kunt eventueel een leuke wandeling tussen deze tempels maken, dat neemt ongeveer drie uur in beslag. Of je doet een deel met de tuk tuk… het regent flink, dus ik ga met de auto. Ik begin bij de Embekke tempel, bekend om het mooie houtsnijwerk. Daarna bezoek ik de Lankathilaka tempel, het bijzondere van deze tempel is dat deze deels op graniet gebouwd is. Tot slot de Gadaladeniya tempel, een heel serene plek. Ook het Ceylon Tea Museum is leuk om te bezoeken. De oudste machines staan hier tentoongesteld en je kunt goed zien hoe het vroeger allemaal in z’n werk ging. Ook vind je er een mooie collectie foto’s. Op de bovenste verdieping kun je een kopje thee proeven. Eventueel kun je hier ook voor een Thali thee kiezen, je krijgt dan zeven kleine kopjes thee, allemaal verschillende smaken.
Nieuw voor mij, en goed bereikbaar (uur rijden) vanaf Kandy, is de Ambuluwawa Tower. Deze toren heb ik al op menig Instagram plaatje voorbij zien komen. Ik ben nu toch wel erg benieuwd… Het is een plek waar alle religies samen komen. Naast de toren vind je er een kerk, een hindoetempel, een moskee en een boeddhistische tempel. De toren is gebouwd op een hoogte van zo’n 1050 meter. Het laatste stuk is een uitdaging voor Mohan, de weg is echt heel stijl. Je kunt ook een tuk tuk nemen voor het laatste deel. De toren is zelf nog eens een en kleine vijftig meter. Via een spiraaltrap loop je naar boven.
Je begint binnen, maar op een gegeven moment kun je alleen nog maar buitenom. Het bijzondere (en spannende) is dat het steeds smaller wordt… Op het laatste stuk zijn de traptreden nog maar een paar tientallen centimeters breed. Een hele uitdaging als je elkaar moet passeren, want er is maar één pad voor heen en terug. Doe dit niet op een feestdag zoals ik, het is een ontzettend populaire attractie bij de locals en dan is het eigenlijk echt te druk om dit te doen. Je moet bijna knuffelen met elkaar om te kunnen passeren. Ik kom helaas niet helemaal tot de top omdat er simpelweg teveel mensen zijn, de laatste vier lagen moet ik laten gaan. Desalniettemin is het uitzicht natuurlijk magnifiek. Op het terrein staat ook een kleine toren, dat is de beste plek voor foto’s van de toren zelf. Gelukkig stond ik hier alleen! ;-)
En dan is het alweer tijd om terug te gaan naar Colombo. Deze stad vind ik de laatste jaren steeds leuker geworden. Je vindt er mooie (nieuwe) winkelcentra en onlangs is Port City geopend. Een nieuwe ‘stad’ gebouwd op herwonnen land in de zee direct voor Colombo. Vanaf hier heb je een mooi uitzicht op de skyline. Een leuke plek om uit eten te gaan, maar je kunt er ook watersporten beoefenen of golfen. De historische charme heeft Colombo ook nog steeds, de Galle Face Green blijft bijvoorbeeld een van m’n favoriete plekken tegen zonsondergang. Zoals altijd is Colombo een kort bezoek voor mij, ik ga snel langs één van de winkels die altijd op mijn lijstje staat voor wat souvenirs, Paradise Road. En ik ontmoet onze lokale partner, een agent met wie we al lang samen werken en met wie ik vanuit het kantoor in Delft dagelijks via de mail contact heb. Fijn en bijzonder om weer live bij te kunnen praten.
En that’s it, tijd om terug te gaan en dit land weer achter me te laten… Maar mooi Sri Lanka, ik hoop je snel weer te zien! Je blijft m’n favoriet!
Heb ik je nieuwsgierig gemaakt? Bekijk onze rondreizen Sri Lanka voor meer inspiratie. Je mag mij ook altijd even bellen of een berichtje sturen!