Deze culinaire reis door Indonesië neemt je mee naar de diepgewortelde tradities van de lokale bevolking, waar eten een belangrijke rol speelt in het dagelijks leven en je kennismaakt met de Indische keuken.
Naar Indonesië ga ik vooral om familie te bezoeken. De familiebanden zijn hecht, dus ik blijf terugkeren naar het land. Hoe oud je ook bent, ooms en tantes zien je als hun eigen kind. Nichten en neven zijn als broers en zussen. Familieleden blijven dan ook met elkaar in contact via de smartphone, om mij te begeleiden tijdens mijn reizen. Helemaal niet nodig natuurlijk, maar verantwoordelijkheid voor elkaar speelt daar een grote rol. Het is wel superlief.
De moeders stellen altijd de vraag: 'Heb je al gegeten?'. Toevallig geef ik niet zoveel om eten, maar eten speelt een belangrijke rol in de Indonesische cultuur. 'Makan doeloe' is dan ook datgene wat je altijd te horen krijgt (betekenis: eerst eten). Overal waar je komt, er moet gegeten worden. Je kunt ook moeilijk ergens vertrekken zonder iets te hebben gegeten.
Het begint al vroeg in de ochtend bij het ontbijt. In de meeste gezinnen wordt er wel drie maal per dag warm gegeten. Gerechten worden thuis gemaakt, maar er wordt ook genoeg gekocht. Overal kun je namelijk wel aan eten komen. Restaurants of kraampjes aan de kant van weg. Voor de kosten hoef je het niet te laten, vooral als westerling niet. Je koopt al een warme maaltijd voor een euro. Natuurlijk verschilt het per locatie wat de prijzen zijn. Ga je naar een westerse keten in een mall, dan betaal je net zoveel als in Nederland. Maar daarvoor ga je ook niet naar Indonesië.
De Indische keuken is gevarieerd en de smaken verschillen per regio. Gado gado is mijn favoriete gerecht. Het is een groentegerecht wat hoofdzakelijk bestaat uit een mix van groenten met pindasaus. Of je dit nu in Bandung bestelt of in Cirebon, wat ongeveer 125 km verderop ligt. Zelfs dan zijn de verschillen in smaak en bereiding al te merken. Bekende Indonesische gerechten zijn onder andere sayur lodeh, nasi goreng, rendang en saté.
Naast de echte gerechten, is er een scala aan hapjes. Zoet en hartig. Deze tussendoortjes worden ook de hele dag door gegeten. Voorbeelden van hartige hapjes zijn risoles en pasteitjes. En vergeet de kroepoek niet. Kleine kinderen eten al kroepoek zonder dat ze tanden hebben. Een van de bekendste zoete hapjes is natuurlijk pisang goreng (gebakken banaan). Denk daarnaast aan kue mangkok, klepon en onde onde.
Daarnaast heeft Indonesië natuurlijk een grote keuze uit tropische vruchten. Denk hierbij aan mango, jonge kokos, papaya en zuurzak. Een van de bekendste vruchten waar Indonesië om bekend staat is doerian. Deze vrucht staat bekend om de doordringende geur. Hierdoor is het op sommige plekken dan ook verboden om de vrucht mee te nemen. Een helse geur, maar een hemelse smaak, dat wordt er over deze vrucht gezegd. Voor mij blijft Indonesië een plek waar ik me thuis voel tussen mijn familie. Een plek waar ik altijd welkom ben. Maar als je van eten houdt, dan is Indonesië de juiste bestemming!